Per 1 januari 2009 is het ouderschapsverlof verlengd van 13 naar 26 weken. De verlenging geldt alleen als de ouder voor het kind vóór 1 januari 2009 nog niet eerder ouderschapsverlof heeft opgenomen. In Nederland heeft een ouder recht op ouderschapsverlof voor zijn/haar kind dat jonger is dan 8 jaar.
De verlenging van het ouderschapsverlof geldt alleen voor nieuwe verlofaanvragen. Als iemand vóór 1 januari 2009 het ouderschapsverlof geheel of gedeeltelijk heeft opgenomen, kan hij/zij voor dat kind geen aanspraak maken op de extra weken.
De werknemer komt wel voor verlenging in aanmerking als hij/zij vóór 1 januari 2009 bij de werkgever ouderschapsverlof had aangevraagd om dit ná 1 januari op te nemen. Een werknemer die voor 13 weken verlof heeft aangevraagd, moet voor de extra 13 weken bij de werkgever een aanvullende aanvraag indienen.
De werknemer kan voor elk kind (dat nog geen 8 jaar oud is) apart ouderschapsverlof opnemen. Dus als hij/zij voor een ander kind nog geen ouderschapsverlof heeft opgenomen, heeft de werknemer vanaf 1 januari 2009 voor dat kind wel recht op de volle 26 weken.
Het aantal uren verlof per week blijft hetzelfde: ten hoogste de helft van de werktijd per week, gespreid over twaalf maanden. In overleg met de werkgever kan een medewerker het ouderschapsverlof ook op een andere manier opnemen.